U moet uw brandmeldinstallatie certificeren? Dan heeft u vast allerlei vragen. Waar moet ik aan voldoen om een certificaat te kunnen krijgen? Welke onderdelen zijn dat en wie is daar verantwoordelijk voor? En is een certificaat eigenlijk wel verplicht?
In dit blog gaan we dieper in op het certificeren van een brandmeldinstallatie en beantwoorden daarvoor de volgende vragen:
Een inspectiecertificaat krijgt u niet zomaar. Voordat u een certificaat krijgt voor een veilig pand, moet u aan zeer strenge regels voldoen. Een onafhankelijke inspectieinstelling, zoals KIWA R2B, ANPI of Bosro, controleert de volgende onderdelen:
Naast het inspectiecertificaat zijn er ook certificaten te verkrijgen voor de aanleg en het onderhoud van de brandmeldinstallatie. Deze certificaten mogen door uw onderhoudsbedrijf worden uitgegeven. Dit moet dan wel een gecertificeerd installatiebedrijf zijn.
Een inspectiecertificaat kost behoorlijk veel geld. Om de kosten zo laag mogelijk te houden, is het verstandig om de certificaat direct bij aanleg en voor een onderhoud van de brandmeldinstallatie aan te vragen bij uw installateur. Dit verkleint het risico op een Nee-conclusie en zo voorkomt u kosten voor een herinspectie.
Afhangende van de gebruikersfunctie en de grootte van uw pand, bepaalt de wet of een certificaat verplicht is.
Een industriegebouw heeft bijvoorbeeld een totaal andere gebruikersfunctie dan een zorginstelling. In een industriegebouw wordt misschien gewerkt met extra vlambare middelen. En in een zorginstelling zijn de mensen minder wendbaar. Daarom zal bij de ene functie strengere eisen worden gesteld dan bij de andere.
Ook de grootte van uw pand is bepalend. Denk hierbij niet alleen aan de oppervlakte, maar ook aan de hoogte. Deze onderdelen kunnen invloed hebben op de snelheid waarop mensen tijdens een brand het pand ontvluchten.
Wilt u weten of uw pand een certificaat nodig heeft? Download ons e-book, waarin 11 verschillende gebruiksfunties worden uitgelegd met de vermelding of certificering wel of niet verplicht is.
De inspecteur controleert verschillende onderdelen om een certificaat voor een brandveilig pand af te geven. Neem vooraf deze onderdelen met uw veiligheidsleverancier door. Let op: u blijft zelf verantwoordelijk voor dit proces.
De inspectie-instelling controleert de volgende onderdelen:
De inspecteur kijkt eerst naar uw administratieve gegevens. U moet namelijk bepaalde keuzes kunnen onderbouwen. In sommige gevallen kunt u bepaalde niet-noodzakelijke, maar hele dure maatregelen voorkomen, door het te compenseren met bouwkundige maatregelen. De volgende onderdelen moeten in orde zijn:
Vervolgens wordt de installatie zelf gecontroleerd. De inspecteur kijkt of de apparatuur voldoet aan de wettelijke eisen. Hij controleert of de brandmelders bereikbaar zijn en of de componenten volledig zijn.
In deze fase controleert de inspecteur of het systeem daadwerkelijk goed functioneert. Dit is te vergelijken met het jaarlijkse onderhoud, dat uw beveiligingsinstallateur uitvoert.
"Meten is weten" en daarom meet de inspecteur of de vastgestelde grenzen worden gehaald. Denk bijvoorbeeld aan een meting of de accu's vol genoeg zijn.
Het nabootsen van een brand is niet altijd noodzakelijk. Alleen als het in het Programma van Eisen, wordt er met een proefbrand getest. De inspecteur test of de melders snel genoeg een brandmelding doorgeven.
Wilt u weten wat er gebeurt als de inspecteur geen inspectiecertificaat kan afgeven? Lees het in ons GRATIS e-book "Wet- en regelgeving rond het aanschaffen van een brandmeldinstallatie"!