Blog

Aan deze 2 normen voor inbraakveiligheid moet u van uw verzekeraar voldoen!

verzekeringen-en-normen.jpeg

Inbrekers bedenken steeds innovatievere manieren om bij u binnen te komen. Natuurlijk doet u daarom meer tegen diefstal dan vroeger! Maar de verzekeraar zit ook niet stil, de eisen worden strenger, zodat de risico’s goed afgedekt zijn.

Vanzelfsprekend wil de verzekeraar zo min mogelijk risico lopen. Daarom stellen ze duidelijke eisen aan uw pand. In dit blog zal ik allereerst uitleggen waarom verzekeraars deze eisen stellen, om vervolgens de bijhorende normen verder toe te lichten. 


Eisen aan uw pand bij een inboedelverzekering

Vergoedt uw verzekeraar uw inboedel wanneer er gestolen is? Als de politie geen inbraaksporen vindt, zal de verzekeraar ook niets vergoeden. In het geval dat een inbreker door een open raam binnenkomt, zal de verzekeraar niets vergoeden.

Maar laten we eerst stilstaan bij een aantal vragen, om de basis van de vereisten beter te begrijpen:


Waarom stellen verzekeraars eisen?

Zoals ik in het begin van dit blog beschreef, wil de verzekeraar zo min mogelijk risico lopen. Wanneer er bij u wordt ingebroken, moet uw verzekeraar betalen. Vandaar dat de verzekeraar er alles aan wil doen om een inbraak te voorkomen.

 Hoe minder uw schade, hoe lager de kosten voor de verzekeraar.

Door goede maatregelen te nemen, wordt de kans op een inbraak veel kleiner. Hoe meer u bezig bent met de veiligheid van uw pand, hoe beter.

U bent verplicht om aan de strenge voorwaarden van de verzekeraar te voldoen, om zeker te zijn van een goede uitkering, mocht het mis gaan.


Aan welke eisen moet ik voldoen?

Het verbond van verzekeraars heeft gekeken naar de risico`s die ondernemers lopen. Aan de hand van deze risico’s worden de veiligheidsmaatregelen opgesteld. 

Dit is allemaal opgenomen in de Verbeterde Risico-klassenindeling (VRKI). Uw verzekeraar stelt dat u aan deze indeling moet voldoen. U kunt korting krijgen bij uw verzekeraar wanneer u aan deze vereisten voldoet.

 De VRKI is niet makkelijk te lezen. In dit e-book leggen wij uit hoe u deze indeling moet lezen.


Voorschriften vanuit de wet

In de wet staan verschillende voorschriften voor inbraakbeveiliging. In het bouwbesluit van 2012 gaan artikel 2.214, 2.215 en 2.130 in op inbraakveiligheid. Artikel 2.130 verwijst daarbij naar enkele NEN-normen: NEN 5087 en NEN 5096. Wat wordt daar precies over inbraakveiligheid gezegd?


NEN 5087: De weg van de inbreker

Deze norm gaat vooral in op de weg waarmee de inbreker een pand kan bereiken. De plek waar een inbreker het pand in kan, moet tot 2,40 meter hoogte inbraakwerend zijn. Is er een balkon? Dan moet het plateau op minimaal 3,50 meter van grond zijn. Alle gevelelementen moeten ook inbraakwerend zijn. Dit geldt ook voor de volgende verdiepingen.

Deze norm gaat ook in op werkvlakken, ofwel de minimale ruimte waarin een inbreker stabiel kan staan. Dit is een oppervlakte van minimaal 40 cm bij 40 cm, met een maximale hellingshoek van 30 graden. U kunt op de website van het Politiekeurmerk een beschrijving en een voorbeeld bekijken.


NEN 5096: Inbraakwerendheid van uw pand

Deze norm gaat in op de inbraakwerendheid van dak- of gevelelementen met deuren, ramen of luiken. Om de inbraakwerendheid van dak- en gevelelementen te testen, zijn er verschillende proeven gedaan. Aan de hand van de testresultaten, zijn weerstandsklassen opgesteld. De inbraakwerendheid moet, conform deze NEN-norm, minimaal voldoen aan weerstandklasse 2 of 3.

Klasse 2 is het standaard politiekeurmerk en is te herkennen aan één ster van het SKG-keurmerk. Volgens deze klasse wordt een inbreker minimaal drie minuten tegengehouden. Klasse 3 is zwaar inbraakwerend en is te herkennen aan twee sterren van het SKG-keurmerk. Volgens deze klasse wordt een inbreker minimaal vijf minuten tegen

Wilt u meer weten over de verschillende vereisten die uw verzekeraar stelt? Lees snel verder in ons e-book over de manier waarom u uw verzekeraar kunt overtuigen van de veiligheid van uw pand!

eisen inbraakveilig pand

Deel dit blog: