Blog

Welke veiligheidsmaatregelen eist het BORG-certificaat?

veiligheids-maatregelen-BORG-Certificaat.jpeg

U wilt een zo veilig mogelijk pand en dus neemt u de nodige maatregelen. Niet alleen om schade en slachtoffers te voorkomen, maar ook omdat het in sommige gevallen van u geëist wordt. Bijvoorbeeld voor het BORG-certificaat. Hoe zwaar de te nemen maatregelen zijn, hangt af van het risico dat u loopt. Hoe hoger het risico, hoe zwaarder de maatregelen! De Verbeterde Risicoklassenindeling (VRKI) helpt u om de risico's en bijbehorende maatregelen in kaart te brengen.

De VRKI adviseert zes verschillende veiligheidsmaatregelen. Dit blog legt ze uit. De maatregelen zijn opgenomen in de Beveiligingsmatrix en worden weergegeven met een letter:

Beveiligingsmatrix bedrijven VRKIBron: Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid

Organisatorische maatregelen (O)

Organisatorische maatregelen zijn misschien wel de meest belangrijke maatregelen. Deze maatregelen kunnen risico's dekken als: vergeten om het alarm in te schakelen, een raam die per ongeluk nog open staat of sleutels die kwijt raken.

Het BORG-certificaat stelt u verplicht om een aantal organisatorische maatregelen te nemen. Wat zijn deze maatregelen precies? Kijk op onze webpagina met alle maatregelen op een rijtje!

Bouwkundige maatregelen (B)

Nee, u hoeft geen bunker te bouwen om uw pand inbraakveilig te maken. Wat moet u wel doen? Dat hangt af van de attractiviteit van uw goederen. Hoe wordt de attractiviteit van uw inboedel bepaalt? Dat leest u in dit blog! Hoe hoger het risico, hoe zwaarder de maatregelen.

In NEN 5096 gaat het over bouwkundige maatregelen. Meer informatie hierover leest u in dit blog over normen voor inbraakveiligheid. Heeft u een laag risico dan is een gewoon hang en sluitwerk voldoende. Bij een hoger risico moet u de inbreker langer tegengehouden. Dit kan op lopen tot een inbraakwerendheid van 10 minuten. Dit niveau is bijvoorbeeld geldig voor een winkel met een magazijn vol navigatieapparatuur. U kunt door rolluiken aan te schaffen de inbreker 10 minuten vertragen. Uiteraard moeten dit rolluiken van een gedegen kwaliteit zijn.

Compartimentering of meeneembeperkende maatregelen (C/M)

Ik hoor u al denken: "Compartimentering? Maar mijn pand bestaat toch al uit verschillende delen?". Het gaat erom dat de deuren tussen deze delen goed zijn beveiligd, namelijk met een inbraakwerend slot. Op deze manier kan de inbreker moeilijk overal bij! Ook kunt u afspraken maken over het betreden van de verschillende compartimenteringen van uw pand. Stel vast wie in welke delen van het pand mag komen.

Naast compartimentering dient u ook meeneembeperkende maatregelen toe te passen. U wilt toch ook dat de politie de inbreker aanhoudt? Maak het zo lastig mogelijk voor de inbreker om uw producten en bezittingen mee te kunnen nemen en snel te kunnen vluchten.

Wat kunt u doen? Maak verplaatsing moeilijk, door uw producten hoog in de stelling of in een kelder te zetten. Zorg dat uw spullen vast staan of achter slot en grendel liggen. Bij hele zware beveiliging kunt u gebruik maken van bijvoorbeeld misgeneratoren, zodat inbrekers gedesoriënteerd raken.

Elektronische maatregelen (E)

Bij elektronische maatregelen gaat het niet alleen over de welke detectoren u installeert, maar ook waar deze detectoren komen te hangen. De detectoren moeten op de volgende vier plaatsen komen:

  1. Op plaatsen waar attractieve goederen zijn opgeborgen;
  2. In de gang naar het inbraaksysteem;
  3. Bij bediendelen;
  4. Op de plek waar meeneembeperkende maatregelen zijn aangebracht.

Houd wel rekening met het onderscheidt tussen een draadloos of geen draadloos beveiligingssysteem. U mag namelijk alleen een draadloos beveiligingssysteem installeren als u een laag risico loopt. En bij een hoog risico is een beveiligingssysteem met bedrading verplicht.

Welke detector u moet aanschaffen is afhankelijk van het risico dat u loopt. Bij een hoog risico zult u speciale detectoren moeten aanschaffen, zoals: anti-masking, trillingsdetectie en glasbreukdetectie.

Alarmering (AL)

Het belangrijkste doel van alarmering is om u in te lichten! Bij een alarm zal er is een melding naar de Particuliere Alarmcentrale (PAC) gaan. Deze stellen de sleutelbeheerder op de hoogte. Afhangende van de risicoklasse waar u in valt, moet de sleutelbeheerder binnen een bepaald aantal minuten bij het pand zijn.

Zorg in ieder geval dat u twee alarmgevers hebt. Bij sabotage heeft altijd iets achter de hand. Heeft u ook een flitser aan het pand hangen? Eventuele omwonenden kunnen verdachte situaties signaleren.

Valt u in een hoge risicoklasse? Dan gaat er bij sabotage, na 180 seconden automatisch een melding naar de PAC. Ook voor alarmering zijn duidelijke vereisten opgesteld, om sabotage door inbrekers te voorkomen. 

Reactie (R) of alarmopvolging

Heeft u een inbraakalarminstallatie aangeschaft? Dan is de manier waarop u het alarm opvolgt, even belangrijk. Ziet u deze maatregel over het hoofd, dan zijn alle elektronische maatregelen waar u in geïnvesteerd heeft, haast voor niets.

In het e-book 'Tools voor een inbraakveilig pand' gaan we uitgebreid in op de verschillende maatregelen die u per categorie kunt nemen. Benieuwd? Download het e-book gratis! 

eisen inbraakveilig pand

Deel dit blog: